Jet en Jan jong in 1910
Schoolproject "Jet en Jan jong in 1910"
Dit project is bestemd voor de leerlingen van groep 5 van de basisscholen.
Bijna alle basisscholen uit de gemeente Moerdijk doen er aan mee en verplichten zich om de komende vijf jaar mee te doen aan het project.
De leerstof van de lessen die er bij horen is afgestemd op het jaarplan van de basisschool zodat er geen lessen uit hoeven te vallen. In het project gaan ongeveer 5 lesuren zitten.
In deze lesuren worden Jet en Jan gevolgd in hun spelen en leren rond het begin van de vorige eeuw. De leerlingen krijgen een beeld van het dagelijks leven in 1910 in de eigen woonplaats; ze kennen het begrip “eeuw”; ze kunnen conclusies trekken uit historische bronnen; ze kunnen gebeurtenissen op een tijdsbalk plaatsen. In bovenstaande zin staan in het kort de leerdoelen van het project.
Het leergebied beslaat de vakken rekenen, tekenen, omgevingsonderwijs, geschiedenis en Nederlands.
De lessen vinden plaats in de school en in het Vlasserij-Suikermuseum in Klundert.
De lessen beginnen met het voorlezen van een verhaal dat zich afspeelt in de plaats waar de school van de leerlingen staat.
Aan de heemkundekringen in de kernen Moerdijk, Zevenbergen, Willemstad, Klundert, Fijnaart en Standdaarbuiten is dan ook een vragenlijst gestuurd.
Op de antwoorden die deze kringen geven wordt het verhaal gebaseerd.
Het speelt zich af in 1910.
Door deze manier van werken krijgen de leerlingen van de basisscholen meteen iets te horen over de geschiedenis in hun eigen woonplaats.
Ze leren iets over de kleding van Jet en Jan en hoe ze in 1910 leefden.
Jet en Jan leefden in een arm eenvoudig gezin.
De scholen krijgen een leskist waarin spullen zitten uit die tijd.
Tijdens de les in het museum krijgen de kinderen zes opdrachten.
De spullen voor deze opdrachten staan door het hele museum heen opgesteld.
De opdrachten spelen zich af rond 1910.
Zo moeten de kinderen sokken stoppen, de was doen met een wasbord, koffiemalen, op een leitje schrijven met een griffel, bikkelen en vlas repelen.
Na een korte inleiding gaan ze aan de slag.
Elke opdracht duurt 10 minuten zodat ze in 1 uur rond zijn.
Daarna volgt er nog een nabespreking. In totaal duurt de les in het museum anderhalf uur.