505 Vlasteelt  (bij het rek)

In het rek kunt u voorbeelden zien van de verschillende zaadsoorten, potten met lijnolie en een aantal hulpmiddelen waarmee het zaad gezaaid werd.

Het zaad werd vroeger met de hand gezaaid met behulp van een zaaischort of ovale zinken teil. Het vereiste nogal wat vakkennis om het zaad zo gelijkmatig mogelijk te verdelen.

Een voorbeeld van vindingrijkheid zien we bij de zaaiviool, een voorraadbakje met een draaischijf welke al draaiend het zaad rondstrooide, in beweging gebracht door een soort strijkstok, de voorloper van de zaaimachine. Pas in de tweede helft van de vorige eeuw kwamen er machines waarmee het zaad sneller en nauwkeuriger gezaaid kon worden.

Om ziektes te voorkomen moest het zaad eerst ontsmet worden. Dit gebeurde in een zaadontsmetter, een ijzeren ton met een draaimechanisme, waarin het zaad werd behandeld met een ontsmettingsmiddel.

Vlas is een éénjarig wit- of blauwbloeiende plant die in maart, april rond de 100ste dag van het jaar gezaaid wordt. Afhankelijk van vochtigheid en temperatuur zal na +/- 10 dagen de plant met twee blaadjes boven komen, om vervolgens binnen 100 dagen uit te groeien tot een volledige rijpe vlasstengel. Tijdens de groei is de plant helder groen met kleine smalle blaadjes.

Zodra de plant in knop komt werd er met bestrijdingsmiddel gesproeid met handpompen zoals het voorbeeld boven op het rek.

De plant groeit snel en na een aantal weken gaat hij zich vertakken, er komen op deze toppen een tiental blauwe of witte bloempjes. De bloei hiervan duurt per bloemetje maar een paar uur, dat is heel kort. Het bloemetje ontwikkelt zich tot een bolletje met daarin het lijnzaad. Als de stengel en zaaddoosjes geel gekleurd zijn, is de plant rijp en is het tijd om het vlas te oogsten.

Vezelvlas werd met de hand, met wortel en al, schuin uit de grond getrokken. Het vlas is te sterk om af te snijden en zo oogst men tevens langere vlasvezels.

In de handel werd de lengte van de vlasstengel met de handen, de vuisten op elkaar, gemeten. Een goede stengel was 6 á 7 handen.

Om het zaad uit de bollen te verwijderen werd heel vroeger, met de zaadbollen nog aan de stengel, met behulp van een zogenaamde bookhamer de bollen geplet. De geplette bollen werden op een houten bak of mand geschept en met een opwippende beweging liet men het kaf door de wind wegblazen zodat het zaad overbleef. Hierna werd het zaad verzameld voor de productie van lijnzaad of bewaard als zaaigoed voor het volgende jaar.

U kunt nu verdergaan met nummer 510 “Zaadwinning”.

 

De QR code voor deze pagina is QR_Code_505-vlasteelt.png