315 Tarreerlokaal

 

Voor de boer en voor de suikerproducent is het van belang dat de prijs van de aangeleverde bieten eerlijk wordt bepaald. Het totaalgewicht van de aangeleverde bieten is de belangrijkste factor voor de afrekenprijs. Dit gewicht moet gecorrigeerd worden, want de bieten bevatten een wisselende hoeveelheid grond en soms ook resten van bladstelen. Daarnaast kunnen er ook andere ongerechtigheden zijn zoals stenen, stukken metaal, dode vogels, enz. Daarvan kan de fabriek geen suiker maken en metaal en keien kunnen de fabrieksapparatuur beschadigen. Het deel van de lading dat geen biet is noemt men ook wel het tarra. De ongerechtigheden worden daarom ook wel tarrariteiten genoemd.

Uiteraard bepaalt het suikergehalte een belangrijk deel van de prijs die de boer voor zijn bieten ontvangt. Zelf kan hij niet goed bepalen wat het suikergehalte van de bieten is. Een ervaren bietenteler kan aan de verkleuring van het blad van zijn bietengewas wel een schatting maken van het suikergehalte, donkergroen betekent een laag suikergehalte en lichtgroen tot geel een hoog gehalte.

Op de bietenontvangstplaats worden monsters genomen van elke aangeleverde lading bieten. Deze monsters gaan naar een speciaal laboratorium van de fabriek. Dit laboratorium, dat vroeger ook wel tarreerlokaal werd genoemd, houdt zich uitsluitend bezig met de analyse van de genomen monsters. Er worden drie grootheden bepaald; het zogenaamde tarra, dat wil zeggen hoeveel procent van het monster onbruikbare stoffen bevat; dan natuurlijk het suikergehalte dat gemeten wordt met een polarimeter; en vervolgens het gehalte aan schadelijke stikstof want dat is bepalend voor de hoeveelheid suiker die uit de bieten kan worden gewonnen. Suikerbieten bevatten tegenwoordig wel 20% suiker.

Het Instituut voor Rationele Suikerproductie (IRS) in Dinteloord controleert de werkwijze van de laboratoria. Zowel de boer als de fabriek kunnen er zo zeker van zijn dat de bepaling van de kwaliteit van de suikerbiet en daarmee van de prijs eerlijk gebeurt.

Vroeger werd er nogal eens gesjoemeld bij het nemen van een monster. Na enkele steekpenningen (meestal sigaren) pakte de monsternemer schone bieten waar weinig grond aan zat. De boer kreeg dan meer per kilogram omdat er weinig tarra was.

Tegenwoordig kan dat niet meer, omdat robots en computers het nemen en analyseren van de monsters hebben overgenomen. Zoals bijvoorbeeld de moderne Rupro (Duits voor Rüben Probe) die met een pijp een monster van ca. 25 kg. uit de lading steekt en de computer de analyse doet.

Tegenwoordig wordt er niet meer gekopt, het percentage wordt vooraf in overleg vastgesteld.

U kunt nu verdergaan met nummer 317 “Transport in de fabriek”, dit vindt u door linksaf naar de volgende gang te gaan.

 

De QR code voor deze pagina is QR Code 315 tarreerlokaal